WEEKEND/MINIBUSEXCURSIE, 13/14 NOVEMBER 2021
Een van de leuke aspecten van dat ik (Martijn) me tegenwoordig volledig kan richten op gidsen en vogels kijken is dat er nu ook meer tijd is voor tweedaagse trips. Na eerder o.a. een weekend met een combinatie van een dag Lauwersmeer plus een zeevogeltocht en het "Weekendje Wadden" (dag Friese Waddenkust en een dag Ameland) stond afgelopen weekend de snel volgeboekte "Kweldertocht XL" op het programma. Noord-Nederland, en dat vooral de Waddenkust, is in de winter onder vogelaars bekend en befaamd vanwege de aanwezigheid van typische wintersoorten die in de rest van het land maar sporadisch of niet te vinden zijn. Tijdens dit weekend was het plan om op zaterdag de Groninger Waddenkust, en dan vooral de landschappelijk ook nog eens schitterende buitendijkse kwelders, te "bevogelen" om ons zondag te richten op het Friese deel, uiteraard op zoek naar juist en vooral kwelderspecialiteiten.
De start van de excursie was enigszins moeizaam om verschillende redenen. De hardste klap kwam middels het nieuws aangaande het overlijden van meermaals excursiedeelnemer en vooral fijne persoonlijkheid Michiel Leegerstee. Na een kort maar hevig ziektebed overleed hij afgelopen donderdag, veel te jong en nog vol levenslust, en liet daarbij bij velen een gapend gat achter. We wensen iedereen die geraakt is door zijn dood veel sterkte bij de verwerking van dit zware verlies.
Al het andere valt hierbij natuurlijk totaal in het niet, maar om toch even door te gaan wat betreft de moeizame start: Één van de deelnemers moest last minute afhaken vanwege ernstige rugklachten. Heel jammer en Martin: Ik hoop dat het inmiddels beter met je gaat en hoop je binnenkort weer, wandelend als een Kievit, aan te treffen!
Met enigszins zwaar gemoed vertrokken we dus richting de Groninger kust. Toen we bijna bij de eerste vogelplek aankwamen (de Rommelhoek nabij de Eemshaven), sloeg de volgende schrik me om het hart: Een luid, snerpend geluid klonk namelijk uit het niets uit één van de remmen van het busje. Ik zal niet de enige zijn geweest die even dacht dat het weekend in de kiem gesmoord zou worden, maar hoe fijn is het te merken dat sommige dingen ook vanzelf oplossen. Na een klein stukje rustig rijden en daarbij een aantal malen flink de remmen intrappend, verdween het geluid als sneeuw voor de zon, om de rest van het weekend ook niet meer terug te keren. Waarschijnlijk zat er, naast de gebruikelijke modder in dit gebied, een steentje klem tussen de rem en de remschijf (aldus mijn boerenverstand).
Afijn, we konden door en enkele minuten later klommen we, in de lichte mist maar bij een best fijne temperatuur en zonder wind (en dat is best noemenswaardig aan de Waddenkust), voor het eerst dit weekend de Waddendijk op.
Bij kwelders is het verraderlijke dat je vrijwel altijd eerst denkt dat er weinig tot niets te zien is. Pas als je goed gaat speuren, de tijd neemt en vooral heel goed luistert, merk je dat er vaak veel meer leven is dan je in eerste instantie vermoedt. Zo was het even zoeken, maar vonden we al snel de eerste Strandleeuweriken en na al wat overvliegende Fraters te hebben opgemerkt, zagen we er ook enkele scharrelen; eerst los, maar later ook tussen de Strandleeuweriken. Daarnaast vloog de eerste Blauwe kiekendief langs, vlogen er Oeverpiepers rond en viel op dat er ongelofelijk veel lijsters, en dan vooral Merels, en Roodborsten waren ingevallen. Je zag en hoorde ze werkelijk overal en op de meest bizarre plekken!
Ook Nederland kent een Noordkaap, het meest noordelijke puntje van het vasteland. Daar dronken we een kop koffie met een plak Groninger kruidkoek en zagen we iets wat met recht een specialiteit van de (vooral) Groninger kwelders genoemd mag worden: Een groep van 300-400 (het is lastig schatten...) Fraters, met daarnaast nog meerdere langs- en overvliegende groepjes van steeds enkele tientallen exemplaren! Deze soort was "vroegah" ook nog wel langs de rest van de kust te vinden, maar tegenwoordig moet je, en zeker voor deze grote aantallen, toch echt zoeken op de weidse noordelijke Waddenkwelders. De grootste groep die wij troffen viel steeds in in een wintervoedselveldje en was daardoor niet altijd in de volle glorie te bewonderen, maar het massale, gezellige "gekwetter" van de massa was constant te horen en af en toe vloog het hele gezelschap op. Eenmaal viel de groep wat uiteen, en ploften er een paar in een rietkraagje voor ons. Bij enkele van de mannetjes was daarbij de roze stuit mooi te zien!
Ook hier zagen we enkele Strandleeuweriken, Veldleeuweriken, meerdere soorten steltlopers en zaten de slootkanten vol met Roodborsten, Merels en enkele Koperwieken.
Langzaam reden we verder, over modderige landweggetjes, langs ontelbare stapels suikerbieten en slalommend tussen enorme aantallen, alom aanwezige en recent aangekomen "noordelijke" Merels. Ook troffen we de eerste, grote groepen Kramsvogels aan en zagen we bij één van die groepen een Sperwer die probeerde een verzwakt exemplaar uit de groep te plukken.
Toen we bij Noordpolderzijl aankwamen, brak zowaar even de zon door, waardoor de kwelders nóg mooier kleurden. De bosjes rondom de "camping" bleken leger dan gehoopt, dus beklommen we wederom de dijk en de eerste vogels die we daar zagen waren wederom Starndleeuweriken, enkele Fraters en vlak daarna twee Blauwe kiekendieven en één Bruine. Maar de echte opwinding (in ieder geval bij mij ;-)) kwam nog weer enkele minuten later, toen er tussen de Gras- en Oeverpiepers ineens een zeer schelle, hoge roep de aanwezigheid van een Roodkeelpieper verraadde c.q. verried. Deze zeer schaarse soort ken een klein doortrekpiekje in september en oktober, dus dit exemplaar was behoorlijk laat, maar uiteraard is de roep onmiskenbaar en daarnaast liet de vogel zich vliegend meermaals goed zien. Het was duidelijk dat 'ie op de kwelder tussen de overige piepers rondhing, maar we kregen 'm niet aan de grond in beeld en ook goede foto's bleken helaas een brug te ver. Dit is wat ik eruit kon persen, precies genoeg om net niets op te zien ;-)
Met een voor velen nieuwe soort op zak verlieten we Noordpolderzijl en togen we rustig richting de oostkant van Lauwersmeer. Dagen in november zijn kort en ik wilde graag nog een poging wagen om wat meer roofvogels toe te voegen aan het weekendlijstje en de Marnewaard is daarvoor tegenwoordig een veelbelovende plek.
Om een uurtje of drie stonden we derhalve op de Waddendijk ten noorden van de Marnewaard en duurde het maar heel kort voor we de soort in beeld hadden waar ik op hoopte: Ruigpootbuizerd! En niet één, maar zelfs twee vogels, met daarnaast ook een Blauwe kiekendief en een onvolwassen Havik. Helaas zaten de vogels te ver weg voor foto's, maar door de telescoop waren de kenmerken, en natuurlijk vooral de witte staart met strakke, zwarte eindband, prima te zien. Een Torenvalk zonder staart zorgde nog even voor wat verwarring, een groepje Brilduikers dobberde op de Waddenzee en onder de steltlopers in de Westpolder bevonden zich nog vele honderden Kluten.
De laatste bestemming van de dag waren de bekende en befaamde kwelders bij Paessens. Helaas troffen we daar geen Velduilen aan (deze soort is voorlopig beduidend minder talrijk dan afgelopen jaren vanwege vooral de muizenschaarste), maar wel enkele Blauwe kiekendieven, wederom een fikse groep Fraters (de teller voor vandaag kwam daardoor op >500 exemplaren; kom daar maar eens om, tegenwoordig!) en als nieuwe dagsoort een groep van ongeveer 40 Sneeuwgorzen! Het licht begon al aardig te doven, dus foto's waren uitdagend, maar de plek bewees zich wel weer als één van de meest productieve van de noordelijke Waddenkust.
Nadat iedereen was ingecheckt en de tafel in het restaurant was gereserveerd, kon ik de gasten met met een gerust hart aan de zorgen van het hotel achterlaten en trof ik ze de volgende dag om 9 uur weer aan voor deel twee van het weekend. We gingen verder waar we de dag vooraf gebleven waren en ook qua soorten pakten we de draad feilloos weer op; de eerste soorten op het kweldertje ten oosten van Wierum waren, u raadt het al, Frater en Strandleeuwerik! Met name die laatste soort was talrijk, met zo'n 50 exemplaren, waartussen zich dus ook meerder Fraters ophielden.
Onderweg naar Holwerd zagen we een Slechtvalk jagen op Goudplevieren, Kieviten en Spreeuwen. Dit betekende na Buizerd, Torenvalk, Bruine Kiekendief, Blauwe kiekendief, Sperwer, Havik en Ruigpootbuizerd roofvogelsoort nummer 8 voor dit weekend! Holwerd bracht naast enkele Strandleeuweriken en Blauwe kiekendieven niet heel veel extra (maar wel een toilet, ook fijn soms!) dus reden we vlot door richting Noorderleech.
De naam Noorderleech bleek slecht gekozen, want het zat er vol met vogels. Wel dient gezegd te worden dat het wel heel veel van dezelfde soorten betrof: Het overgrote deel van de vogels droeg de naam Brandgans dan wel Smient, Wintertaling of Kievit. Daartussen was het zoeken naar wat andere soorten en tijdens de verschillende stops en korte, modderige wandelingen (ik heb een halve dag ingeruimd voor het schoonmaken van het busje ;-)) vonden we o.a. Zwarte ruiter, Lepelaar, Strandleeuwerik, Goudplevier, Blauwe kiekendief, Slechtvalk (die een Wintertaling sloeg en die op een kleiheuveltje oppeuzelde) en als hoogtepunt de derde (!) Ruigpootbuizerd van dit weekend en een grote groep langsvliegende Kleine rietganzen!
De middag vorderde en we besloten om niet verder westwaarts te rijden (dat zou wat te veel kilometers en te weinig vogeltijd opleveren), maar om nog een stukje, aanvankelijk "overgeslagen" stuk kwelder bij Ternaard te bezoeken. Dat bleek de moeite waard, want we kregen er, naast wederom Strandleeuweriken, een heel leuk groepje van 13 tamme Sneeuwgorzen gepresenteerd. Toen we ons rustig op de dijk nestelden, kwamen ze uit zichzelf langzaam dichterbij en lieten zich ontzettend leuk bekijken. Pas toen er wat fietsers met een schurende ketting langs raasden, werd het ze te gortig en vlogen ze op.
De allerlaatste wandeling van het weekend was even geen kwelder, maar een hoekje Lauwersmeer. Dat leverde 10+ Blauwe kiekendief (waaronder meerdere mannetjes), Waterpieper en een rondvliegende Zeearend (roofvogel #9!) op. Toen de zon onder de horizon verdween konden we concluderen dat het een heel fijn en ontspannen vogelweekend is geweest, bij zeer rustige (doch wat grijze en dus fotografisch wat lastige) najaarsomstandigheden. Het is toch altijd weer bijzonder om te zien hoe het beeld op de kwelders jaarlijks anders is en je (uiteraard) nergens vanuit kunt gaan. Zo waren Velduil en IJsgors vorig jaar betrekkelijk makkelijk, maar schitterden beide soorten nu door afwezigheid, terwijl ik tijdens excursies nog nooit zo veel Fraters, Strandleeuweriken en Ruigpootbuizerds heb mogen verwelkomen en Roodkeelpieper een dikke bonus was. Kortom: de onvoorspelbaarheid was weer troef en dat is precies wat vogels kijken zo leuk maakt!
Deelnemers dank voor de gezelligheid en succes met het schoonspuiten van de schoenen en het wassen van de broeken. Ik ben weg, ik ga nu snel bezig met het boenen van de bus!
Comments